zondag 22 februari 2015

Gehaakte kinderponcho


Alweer een tijdje geleden heb ik een kinderponcho gehaakt voor Lotte (5). Op internet heb ik driftig gezocht naar een mooi patroon van wat ik in gedachten had. Op de blog van Vicarno's mama (http://vicarno.com/) vond ik een mooi basismodel. (Zij heeft de omschrijving van de poncho niet meer op haar blog staan, maar het patroon is in haar webshop te vinden bij de gratis haakpatronen.) Vooral de halslijn met koord sprak mij erg aan. Her en der heb ik het (basis)patroon iets aangepast.


Standaard wordt bij een poncho alleen aan de voor- en achterkant gemeerderd. Om wat meer bewegingsvrijheid te geven is ook een aantal keren op de hoeken aan de zijkanten gemeerderd. Als je dit te vaak doet, kan de poncho ook te breed worden. Alhoewel de silhouet van de poncho ook afhangt van de soepelheid van het garen.


Ik wilde de poncho frivool maken met een mooie sierrand. Dit heb ik afgekeken van plaatjes van internet. Het patroon voor de sierrand heb ik zelf wat uitgedokterd door uit te proberen. Ik wilde de poncho niet te zoet maken. Daarom heb ik wat hardere kleuren gebruikt. Lotte heeft zelf aangegeven dat ze blauw wilde. Als je het juist wel wat zoeter wilt maken, kan je zachte kleuren gebruiken en er eventueel een bloem op haken. Je kan de poncho ook juist wat stoerder maken en de sierrand achterwege laten.

Voor de poncho heb ik wol gebruikt. Wol is een mooi materiaal en lekker warm. Vind je dat wat te duur, kies dan voor acryl. Dit is ook lekker warm, wat natuurlijk wel belangrijk is voor een poncho. Het kwam zo uit dat ik verschillende diktes wol had. Ik heb dan ook verschillende haaknaalden gebruikt. Dit zie je niet meer in het eindresultaat. Ik heb haaknaald 4,5 (voor de rand) en 5 (voor de basis) gebruikt. Het koord voor de hals is gepunnikt. Dit zou je ook kunnen haken, maar dat vond ik nogal een gedoe.

Het patroon dat ik heb uitgewerkt is voor een meisje van 5. Hij is ietsje ruim uitgevallen en kan dus ook prima voor een kind van 6, misschien zelfs 7. Het beste is om de maat zelf te bepalen door te passen. De rij met lossen moet passen over het hoofd van het kind. Doe dit niet te ruim. Pas het nog eens als je de stokjes hebt gehaakt. Dan weet je zeker of je goed zit (ik heb hem 1 of 2 keer weer uitgehaald).

TIP: gebruikt steekmarkeerders bij iedere 10 lossen. Scheelt een hoop getel!


Het aantal lossen bepaal je dus in eerste instantie aan de hand van de hoofdomtrek van het kind. Maar het moet natuurlijk wel allemaal uitkomen. Dit vergt wat rekenwerk, maar is niet heel ingewikkeld. Het aantal stokkengroepjes van de grannysteek moet deelbaar zijn door 4. Voor de toer waardoor het koord wordt geregen (toer 2) sla je telkens 2 steken van de vorige toer over. Je zet dan een steek in elke 3e steek van de vorige toer.De allereerste toer moet dan deelbaar zijn door 3. Het getal dat daaruit komt, moet weer deelbaar zijn door 4. Dit vergt soms wat zoekwerk. Een voorbeeldje:

Je komt uit op 80 steken.
80 gedeeld door 3 is 26,6666... Dat komt dus niet uit. Maar om dicht bij de 80 lossen te blijven, moet je beginnen bij het getal 26.

Je zoekt een getal dicht bij 26 dat deelbaar is door 4.
26 / 4 = 6,5. Deze uitkomst rond je af naar 6 of 7. En deze getallen vermenigvuldig je weer met 4:

6 * 4 = 24 en 7 * 4 = 28. Dit vermenigvuldig je weer met 3:

24 * 3 = 72 of
28 * 3 = 84

Voor de hoeveelheid lossen kom je dan uit op 72 of 84. Zo kan je dit rekensommetje invullen met de hoeveelheid lossen waar jij op uitkomt. De rode getallen blijven altijd gelijk. De rest van de getallen is afhankelijk van de hoeveelheid lossen waarmee je begint. Succes!

Zoals ik al eerder aangaf heb ik de poncho ook aan de zijkanten gemeerderd. Ik schrijf in het patroon precies op zoals ik dat gedaan heb. Maar dit staat natuurlijk niet vast! Maak je de poncho groter, meerder je ook vaker aan de zijkanten. Lotte is een smal meisje. Is het kind waarvoor je de poncho maakt juist wat breder, kan je ook vaker meerderen aan de zijkanten. Het gaat een beetje op gevoel. Dit geldt ook voor de lengte van de poncho. Voor een jonger kind zou ik de poncho, in verhouding, wat korter maken. Maar ook dit is helemaal aan jezelf. Aan de voorkant en achterkant meerder je altijd.

Laten we beginnen:

Het eerste stokje van een toer begint altijd met 2 of 3 lossen. Je kan rondhaken bij de grannysteek, maar ik heb telkens gekeerd. Dat vond ik mooier uitkomen bij het beginnen van een nieuwe toer.

toer 1: 96 lossen met daarin 96 stokjes.
toer 2: *1 stokje, 1 losse, 1 stokje in dezelfde steek als het vorige stokje, twee steken van de vorige toer overslaan* herhaal tot einde toer.
toer 3: haak telkens 3 stokjes in de lossenruimten van de vorige toer. Haak 1 losse tussen de stokjesgroepen: *3 stokjes in lossenruimte van de vorige toer, 1 losse*. Haak door tot einde van de toer en keer.

En zo ga je door waarbij je bij elke toer aan de voor- en achterkant meerdert (twee stokkengroepjes in een lossenruimte). Bij toer 4, 5, 8, en 13 heb ik ook aan de zijkanten gemeerderd. Ik heb doorgehaakt t/m toer 22 (Toen was de wol op ;-)).

nu beginnen we aan de sierrand:

LET OP: voor de sierrand heb ik een andere woldikte gebruikt. Let goed op hoe je uitkomt. Zodat de sierrand niet te veel gaat bobbelen/ hobbelen. Pas dan de hoeveelheden lossen/ stokjes aan. Het is een kwestie van uitproberen.

Je zult niet altijd even goed uitkomen aan het einde van elke toer. Dat is een kwestie van improviseren. Dit ga je echt niet terugzien als je de poncho eenmaal in gebruik hebt genomen.

toer 23 (wit): *1 vaste in de lossenruimte van de vorige toer, 4 lossen* herhaal tot einde toer.
toer 24 (paars): haak telkens 3 stokjes om de lossengroep van de vorige toer: *3 stokjes in de lossenruimten* herhaal tot einde toer.
toer 25 (roze): haak stokjes in alle steken van de vorige toer en in de ruimte van de stokkengroepen van de vorige toer.
toer 26 (groen): *1 vaste in de ruimte tussen de stokjes van de vorige toer, 1 vaste in de volgende ruimte tussen de stokjes van de vorige toer, 4 lossen, 3 stokjes overslaan* herhaal tot einde toer.
toer 27 (wit): *3 stokjes, 1 losse, 3 stokjes in de lossenruimte van de vorige toer, 1 vaste in de ruimte tussen de 2 vasten van de vorige toer* herhaal tot einde toer.
toer 28 (rood): 1 vaste in de vaste van de vorige toer, 4 lossen, 1 vaste in de lossenruimte van de vorige toer* herhaal tot einde toer.
toer 29 (rood):*1 halve vaste in de vaste van de vorige toer, 4 vasten om de lossen van de vorige toer, 1 halve vaste in de vaste van de vorige toer, 1 halve vaste in de vaste van de vorige toer* herhaal tot einde toer.
toer 30(paars): *1 vaste in de halve vast aan de bovenkant van het boogje van de vorige toer, 8 lossen, 1 vaste in de halve vaste aan de bovenkant van het volgende boogje van de vorige toer, 8 lossen* herhaal tot einde toer.
toer 31 (groen): *1 vaste in de vaste van de vorige toer, 8 stokjes om de lossen van de vorige toer* herhaal tot einde toer.
toer 32 (roze): *1 vaste in de vaste van de vorige toer, 4 lossen, 1 vaste vaste tussen het 4e en 5e stokje van de vorige toer, 4 lossen* herhaal tot einde toer.
toer 33 (paars): haak telkens 4 stokjes om de 4 lossen van de vorige toer.
toer 34 (rood): *1 stokje tussen de stokkengroepen van de vorige toer, 6 dubbele stokjes in de volgende riumte tussen de stokkengroepen van de vorige toer* herhaal tot einde toer.
toer 35 (roze): haak telkens vasten over de stokjes. Tussen het 3e en 4e dubbele stokje van de vorige toer haak je: 1 vaste, 3 lossen, 1 vasten.

We gaan terug naar de halsrand: om de hals wat ronder te krijgen kan je 1 of 2 toeren vasten haken in de eerste toer. Als de halsrand wat wijder is geworden, kan je in deze toer nog minderen. Na een toer van vasten heb ik een toer met de Kreeftsteek gehaakt.

Als laatste heb ik een koord gepunnikt. Koord door de halsrand rijgen, kwastjes eraan maken. En klaar is je poncho!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten